Anesthesiste vrijgesproken voor hersenschade bij peuter

Een 48-jarige anesthesiste uit Schilde is dan toch niet verantwoordelijk voor de zware hersenschade die een peuter tien jaar geleden had opgelopen tijdens een operatie. De arts, die in een eerste aanleg nog een opschorting had gekregen, werd door het Antwerpse hof van beroep vrijgesproken voor het toebrengen van onopzettelijke verwondingen.

Het kind van 1,5 jaar belandde op 11 februari 2000 op de operatietafel in het Jan Palfijnziekenhuis in Merksem, waar zijn navelbreuk hersteld zou worden. De beklaagde had het kind voor en tijdens de operatie verdoofd. Tijdens de ingreep kreeg de peuter een hartstilstand en moest hij gereanimeerd worden. Toen hij uit zijn coma ontwaakte, bleek hij een zwaar hersenletsel te hebben.

Zuurstofgebrek

Volgens de beklaagde was er door de hartritmestoornis onvoldoende zuurstofrijk bloed naar de hersenen gepompt, waardoor er schade was ontstaan. Er zou echter al voor de hartritmestoornis een zuurstofgebrek zijn geweest, maar twee colleges van deskundigen raakten het niet eens over hoe dat precies veroorzaakt werd.

Het hof kon dus niet met zekerheid zeggen of de anesthesiste enige fout had begaan die in oorzakelijk verband stond met de letsels van het kind. Door de vrijspraak grijpen de ouders naast de provisionele schadevergoeding van 125.000 euro die ze in eerste aanleg hadden gekregen. Ze draaien ook op voor de 23.500 euro aan gerechtskosten.