Boko Haram ontvoerde sinds begin 2014 minstens 2.000 vrouwen

De islamistische terreurgroep Boko Haram uit Nigeria heeft sinds het begin van 2014 al minstens 2.000 vrouwen en meisjes ontvoerd. Ze worden dan vaak als seksslaaf gehouden, gedwongen om te trouwen of opgeleid om te vechten. Dat zegt Amnesty International (AI) in een rapport over Boko Haram.
In het 90 pagina's tellende rapport "'Our job is to shoot, slaughter and kill': Boko Haram's reign of terror" documenteert AI de misdaden die de terreurgroep vanaf begin vorig jaar tot nu pleegde. Het is gebaseerd op 200 getuigenissen, waaronder die van 28 ontvoerde vrouwen. Daaruit blijkt dat Boko Haram in die periode meer dan 300 raids heeft uitgevoerd tegen burgers in het noordoosten van Nigeria en er minstens 5.500 heeft gedood. "De bewijzen die in dit schokkende rapport voorgesteld worden, tonen de schaal en de ontaarding van de methodes van Boko Haram aan", zegt Salil Shetty, secretaris-generaal van AI. "Mannen en vrouwen, jongens en meisjes, christenen en moslims zijn vermoord, ontvoerd en ontmenselijkt tijdens het schrikbewind van Boko Haram dat miljoenen mensen heeft getroffen."

Amnesty International toont in het rapport ook nieuwe satellietbeelden die de verwoesting weergeven die de terreurgroep veroorzaakt. Uit die satellietbeelden blijkt bijvoorbeeld dat Boko Haram-strijders bij hun terugtrekking uit de stad Bama minstens 5.900 gebouwen, ongeveer 70 procent van de stad, vernield hebben. Door de machtswissel na de Nigeriaanse verkiezingen eind maart ziet AI een kans om Boko Haram effectiever te bestrijden. "Verdere moorden moeten voorkomen worden en zij die schuldig zijn aan dit afschuwelijke lijden, moeten voor het gerecht gebracht worden", besluit Shetty.