Geweld Irak - "Gruwelijke bewijzen van etnische zuivering door IS in noorden van Irak"

De terreurbeweging Islamitische Staat (IS) voert in het noorden van Irak op grote schaal etnische zuiveringen uit. Dat zegt Amnesty International op basis van nieuwe bewijzen die door een onderzoekscommissie werden verzameld.
IS viseert vooral de etnische en religieuze minderheden, maar ook soennieten die met de Iraakse en Amerikaanse autoriteiten "collaboreerden" ontsnappen niet aan de gewelddaden. Amnesty International verzamelde getuigenissen van mensen die de slachtpartijen overleefden en maakt melding van verschillende collectieve executies in de regio van Sinjar, in het noordwesten van Irak, in augustus. Twee van de grootste bloedbaden vonden plaats in de dorpen Qiniyeh, op 3 augustus, en Kocho, op 15 augustus.

Er zouden meer dan honderd doden zijn gevallen. In beide gevallen werden grote groepen mannen en tieners onder wie sommigen amper 12 jaar oud, door de IS-strijders ontvoerd en vermoord. Sinds 9 juni werden volgens Amnesty International ook al honderden vrouwen en kinderen - misschien zelfs duizenden, aldus de ngo - en tientallen mannen die tot de yezidi-minderheid behoren ontvoerd. Over het lot van deze mensen is verder niets bekend. Een groot deel van de door IS gevangen gehouden personen werd het slachtoffer van seksuele agressie en verkrachting, of werd onder grote druk gezet om zich tot de islam te bekeren.

Sinds de jihadisten van IS de regio terroriseren zijn er volgens Amnesty International al 830.000 mensen op de vlucht geslagen voor het geweld.