Helft Vlamingen stoort zich aan vreemde talen op straat

De helft van de Vlamingen vindt het gebruik van vreemde talen op straat vervelend of bedreigend. Dat blijkt uit een enquête van de Nederlandse Taalunie. Nederlanders zijn daarentegen een stuk toleranter.

Onderzoekers van de Nederlandse Taalunie vroegen zich af wat Nederlanders en Vlamingen vinden van het gebruik van vreemde talen op straat. Na een studie bleek duidelijk dat er een stevig verschil is tussen ons en onze noorderburen.

Bij de Nederlanders stoort maar liefst 54 procent zich niet aan het gebruik van vreemde talen op straat, integendeel, ze vinden het leuk. Zo'n 30 procent vindt het gebruik van vreemde talen echter "niet prettig" of "een beetje bedreigend". De rest stoort zich er dan weer mateloos aan.

Bij ons is het echter een ander verhaal. Slechts 24 procent vindt het "leuk" en 26 procent vindt het "niet prettig" of "een beetje bedreigend". Concreet vindt de helft van de Vlamingen dus dat het niet kan, ze voelen zich er zelfs door bedreigd.

Volgens onderzoekster Ellen Fernhout van de Nederlandse Taalunie is de woonplaats van de ondervraagden zeer bepalend voor de resultaten. In de steden is men bijvoorbeeld veel toleranter tegenover vreemde talen op straat dan op het platteland. Taalkundige Marc van Oostendorp beaamt dat en voegt er nog aan toe dat men in het platteland vooral alles wil behouden. Ze zijn er dus veel traditioneler.

Naast het onderzoek over vreemde talen op straat bekeek de Taalunie ook de cijfers over het aantal meertalige Vlaamse of Nederlandse gezinnen. Daaruit bleek dan weer dat er in 16 procent van de gezinnen meer dan een taal wordt gesproken. Meestal gaat het dan om koppels waarvan een van de ouders uit een ander land komt. De populairste talen zijn Frans, Duits, Engels en Fries. In een kwart van de gevallen gaat het om een niet-westerse taal. (JL)