Taaloorlog barst los: Vlamingen vs Franstaligen

Au revoir la langue de boer-zjwaa-zie! Burgemeester Martine Fournier (CD&V) heeft heel wat teweeg gebracht in "haar" grensstad Menen. Zo mag het stadhuispersoneel vanaf volgend jaar alléén nog maar Nederlands praten tegen de klanten aan de balie. De vele Walen en Fransen, woonachtig in Menen, hebben het de laatste jaren veel te gemakkelijk gehad door in hun eigen taaltje bediend te worden. Dat moet stoppen.

Met de nieuwe strikte regel wil Fournier duidelijk maken dat het Nederlands, en niets anders, dé voertaal is van Menen. "Ik doe dit tegen de oprukkende verfransing want het begon de laatste tijd de spuigaten uit te lopen.", aldus de pittige burgemeester.

Toch heeft Fournier enig begrip voor al die arme Franstaligen, die er niet in slagen onze Nederlandse taal volledig machtig te zijn. Er zullen speciale pictogrammen ontworpen worden om hen op weg te helpen. Zo een beetje als in de kleuterschool. De burgemeester speelt ook met het idee om gebarentaal aan te leren, zodat er bij eventuele taalproblemen toch nog gecommuniceerd kan worden.

Als extraatje zal het personeel kunnen genieten van enkele cursussen "omgaan met agressie", kwestie van voorbereid te zijn op mogelijke boze hanenridders.

Het is duidelijk, alles is beter dan het op z'n Frans te doen. Onze Waalse broeders hoeven nu niet direct beginnen te panikeren. Foernier belooft plechtig dat er in dringende medische gevallen wél zal overgeschakeld worden naar het Frans. Als schoon gebaar kan dat tellen. (DR)