Topfunctionaris grootste moslimpartij Bangladesh ter dood veroordeeld

In Bangladesh is een topfunctionaris van de grootste moslimpartij ter dood veroordeeld wegens oorlogsmisdaden tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van 1971. Een militaire rechtbank veroordeelde Mir Quasem Ali (62) van de partij Jamaat-e-Islami zondag wegens medeplichtigheid aan moorden, ontvoeringen, folteringen en andere misdaden.
De voormalige Pakistaanse provincie werd pas na een negen maanden durende bloedige oorlog onafhankelijk. Bij de gevechten tegen Pakistan kwamen in 1971 volgens officiële schattingen tot drie miljoen mensen om het leven. Mir Quasem Ali, een van de leiders van de burgerwacht al-Badar tijdens de oorlog, werd ter dood veroordeeld voor de ontvoering van en moord op verschillende vrijheidsstrijders en het dumpen van hun lijken in de Karnaphuli-rivier in Chittagong. Hij kreeg ook nog eens 72 jaar celstraf voor het oprichten van foltergevangenissen, het opsluiten van mensen in Chittagong en zijn hulp aan het Pakistaanse leger bij het doden van ongewapende burgers.

Ali is directeur van de Islami Bank Limited and Diganta Media Corporation. Hij werd op 17 juni 2013 gearresteerd en werd in september vorig jaar aangeklaagd voor 14 oorlogsmisdaden. Zijn proces eindigde op 4 mei dit jaar. Zijn verdediging was van mening dat de openbare aanklagers de beschuldigingen tegen Ali niet konden hard maken. "We zullen beroep aantekenen tegen het vonnis", zei Mizanul Islam, advocaat van de verdediging.

Bijna de hele top van Jamaat-e-Islami is beschuldigd van oorlogsmisdaden nadat de vrouwelijke premier Sheikh Hasina het speciaal tribunaal in 2010 had opgericht. De rechtbank is bedoeld om lokale collaborateurs van het Pakistaans leger te verhoren in wat in 1971 het oostelijk deel van Pakistan was. Een eerdere poging om oorlogsmisdadigers te vervolgen, werd geannuleerd na de moord in 1975 op Sheikh Mujibur Rahman, de eerste president van Bangladesh en vader van Hasina. Jamaat-e-Islami zei dat de processen politiek gemotiveerd zijn en bedoeld om politici van de oppositie te elimineren.