Vlaming heeft geen groen bij zijn deur

Drie miljoen Vla­mingen hebben geen groot na­tuurgebied binnen loopafstand van hun huis. Ze moeten langer dan 1,6 kilometer -in vogelvlucht- wandelen om een gebied van 30 hectare te berei­ken. Dat schrijven De Standaard en Het Nieuwsblad vandaag op basis van een onderzoek van Natuurpunt. West-Vlaanderen is het slechtst bedeeld, Limburg is de meest groene provincie.

"Groen bij de deur, is goed voor de gezondheid, zowel fysiek als men­taal", zegt Annelore Nys van Na­tuurpunt. Van de twintig gemeen­ten die voor elke inwoner natuur op wandelafstand van 1,6 kilome­ter voorzien, ligt de helft in Lim­burg. Genk, Heusden-Zolder en Houthalen­-Helchteren voeren de top 20 aan. In de provincie Antwerpen kan 62 procent van de inwoners op wandel in een natuurgebied bij de deur. Vlaams-Brabant vertegenwoordigt het Vlaams gemiddelde. Dan volgt Oost-Vlaanderen (30 procent), en in West-Vlaanderen ten slotte, vindt 76 procent van de inwoners geen groot natuurgebied op wandelafstand van zijn huis.

"De laatste vijftig jaar is er veel bos verdwenen. Vooral de zuidhoek van West­-Vlaanderen is een erg op landbouw gerichte regio", legt Nys uit. "Open landschappen genereren een posi­tiever effect dan industrie, maar akkers en weilanden hebben niet hetzelfde positieve effect als na­tuurgebied." De natuurvereniging ba­seerde zich voor het onderzoek op het Ruimtemodel van het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek en hanteerde de Vlaamse groen­normen, de langetermijnplanning voor natuur en groen die Vlaanderen in 1993 opstelde, als parameter.