Veel mensen vinden het leuk om naar quizprogramma’s te kijken, terwijl ze vol zelfvertrouwen vanaf de zetel de vragen beantwoorden en denken dat ze het beter zouden doen dan de deelnemers. Maar echte intelligentie gaat verder dan snelle reacties die we mogelijk hebben ontwikkeld door gamen, en een ogenschijnlijk eenvoudige IQ-test is ontworpen om zelfs de meest zelfverzekerde geesten uit te dagen.
De test, oorspronkelijk gepubliceerd in 2005 door professor Shane Frederick, heet de Cognitive Reflection and Decision Making Test en bestaat uit slechts drie vragen. Ondanks de korte lengte blijkt de test bijzonder lastig — toen Frederick 3.000 deelnemers testte, wist slechts 17 procent alle drie de vragen correct te beantwoorden. Dat betekent dat maar liefst 83 procent faalde.
De CRDM-test is nog steeds online beschikbaar, en steeds meer mensen proberen hem zelf. Hieronder staan de vragen en antwoorden — probeer het zelf en kijk of jij tot die 17 procent behoort. Als je hulp van AI gebruikt, telt het niet mee!
Vraag 1: Een knuppel en een bal kosten samen $1,10. De knuppel kost $1 meer dan de bal. Hoeveel kost de bal?
Vraag 2: Als het vijf machines vijf minuten kost om vijf onderdelen te maken, hoe lang doen 100 machines erover om 100 onderdelen te maken?
Vraag 3: In een meer verdubbelt een veld met waterlelies elke dag in grootte. Als het 48 dagen duurt voordat het veld het hele meer bedekt, hoe lang duurt het dan om de helft van het meer te bedekken?
De meeste mensen geven instinctief de antwoorden: tien cent, 100 minuten en 24 dagen. De correcte antwoorden zijn echter: vijf cent, vijf minuten en 47 dagen. Professor Frederick legt bij de eerste vraag uit: “Iedereen die er een moment over nadenkt, zal beseffen dat het verschil tussen $1 en 10 cent slechts 90 cent is, en niet $1 zoals het probleem stelt. Wie die fout opmerkt, lost het probleem vaak correct op.”
Presh Talwalkar van Mind Your Decisions geeft een meer wiskundige uitleg bij de eerste vraag: “Stel dat de bal X kost. Dan kost de knuppel X + 1. Samen kosten ze dus X + (X + 1) = 1.10. Dan heb je 2X + 1 = 1.10, dus 2X = 0.10, en X = 0.05. De bal kost dus 5 cent en de knuppel $1.05.” Voor de tweede vraag zegt hij: “Als vijf machines vijf minuten nodig hebben voor vijf onderdelen, dan maakt elke machine in vijf minuten één onderdeel. Dus als je 100 machines hebt die tegelijk werken, maken ze in vijf minuten 100 onderdelen.” Bij de derde vraag legt hij uit: “Elke dag groeit het veld naar het dubbele. Dus als het op dag 48 het hele meer bedekt, was het op dag 47 nog maar half zo groot — dus halfvol.”
Deze test laat zien hoe onze hersenen vaak terugvallen op intuïtieve maar foutieve antwoorden. Als je alle drie de vragen goed had, hoor je bij de top 17 procent. Zo niet, geen zorgen — deze eenvoudige maar effectieve test is een goede herinnering om even stil te staan en kritisch na te denken.
(Intropic: Freepik)
Lees het artikel op de mobiele website