Elektrische fietsen zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Ze zijn comfortabel, efficiënt en perfect voor langere afstanden. Maar wie overstapt op een e-bike, moet rekening houden met één belangrijk verschil: het onderhoud. Door het extra gewicht en de hogere snelheden slijten onderdelen aanzienlijk sneller dan bij een klassieke fiets. Dit leidt tot hogere onderhoudskosten en vaker vervangen van bepaalde componenten.
Eén van de eerste onderdelen die het begeven bij intensief e-bikegebruik, zijn de banden. Een elektrische fiets weegt gemiddeld zo'n 5 tot 10 kilogram meer dan een gewone fiets. Combineer dat met de hogere snelheid waarmee gereden wordt – vaak 25 km/u of meer – en het is logisch dat banden sneller slijten. Regelmatig controleren op profiel en bandenspanning is geen luxe, maar noodzaak. (lees verder onder de afbeelding)
De aandrijflijn van een e-bike moet flink wat vermogen overbrengen van motor naar wiel. Die kracht zorgt voor extra druk op de ketting en tandwielen. Waar een gewone fiets duizenden kilometers kan afleggen zonder grote slijtage, moeten e-bikegebruikers rekenen op frequenter onderhoud. In sommige gevallen is het nodig om de ketting al na 1.000 tot 2.000 kilometer te vervangen, afhankelijk van gebruik en onderhoud.
Ook de remmen hebben het zwaar op een elektrische fiets. Door het extra gewicht en de hogere snelheid is er bij het remmen meer kracht nodig om de fiets tot stilstand te brengen. Dit zorgt ervoor dat remblokken aanzienlijk sneller afslijten dan bij een standaardfiets. Rijd je vaak in heuvelachtig terrein of met passagiers? Dan gaat de slijtage nog sneller. Regelmatige controle en tijdig vervangen zijn cruciaal voor je veiligheid.
(Afbeeldingen: Unsplash)
Lees het artikel op de mobiele website