Volgens viroloog Marc Van Ranst zal het aantal gevallen van de ziekte van Lyme de komende jaren sterk toenemen. In zijn column in De Morgen voorspelt hij dat de piek al in 2027 zal plaatsvinden — en dat heeft alles te maken met wat natuurkundigen een ‘mastjaar’ noemen.
Een mastjaar is een jaar waarin bomen en planten uitzonderlijk veel vruchten dragen. Volgens de Vlaamse overheid, die het begrip onlangs uitriep tot woord van de week, gaat het bijvoorbeeld om eiken en beuken die eens om de paar jaar een overvloed aan eikels en noten produceren.
“Eiken doen dat als natuurlijke voortplantingsstrategie,” klinkt het. “Door massaal veel eikels te produceren, zorgen ze ervoor dat dieren zoals bosmuizen ze niet allemaal kunnen opeten. Wat overblijft, kan uitgroeien tot nieuwe bomen.”
Die natuurlijke cyclus heeft echter onverwachte gevolgen voor de volksgezondheid. Door de grote voedselvoorraad overleven meer muizen de winter — en dat heeft een kettingreactie tot gevolg. “In het jaar na een mastjaar zijn er tot vier keer meer muizen dan normaal,” schrijft Van Ranst. “En die muizen zijn de belangrijkste dragers van Borrelia burgdorferi, de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt.”
Door de toename van muizen worden ook meer tekenlarven besmet. Een jaar later ontwikkelen die zich tot tekennimfen, het stadium waarin ze mensen bijten. “Twee jaar na een mastjaar, dus in 2027, zullen die besmette teken op zoek gaan naar bloedmaaltijden bij mensen. Dat betekent onvermijdelijk meer gevallen van Lyme,” aldus Van Ranst. Ook andere ziekten, zoals hantavirusinfecties, kunnen volgens hem vaker opduiken in periodes na mastjaren.
De natuur bereidt dus onbewust de voedingsbodem voor een stijging van infectieziekten. Wat begon bij een overvloed aan eikels in 2025, zou in 2027 kunnen leiden tot een piek in het aantal mensen dat door teken wordt besmet.
(Bron: De Morgen – Intropic: sceen grab YouTube)
Lees het artikel op de mobiele website