Weinig Belgische automobilisten hanteren deze verplichte voorrangsregel: "Het is roekeloos rijgedrag"

Veel Belgische bestuurders denken dat ze op een voorrangsweg meer bewegingsvrijheid hebben, zelfs bij het verlaten van de weg. Maar klopt dat wel? Wat houdt een voorrangsweg precies in, en ben je als bestuurder vrijgesteld van andere verkeersregels?

Wat is een voorrangsweg?

Een voorrangsweg wordt in België aangeduid met verkeersbord B9: een geel ruitvormig bord met een witte rand. Wie op zo’n weg rijdt, heeft voorrang op elk kruispunt tot aan het bord B7, dat het einde van de voorrangsweg aangeeft. Maar let op: voorrang hebben betekent niet dat je andere verkeersregels zomaar naast je neer mag leggen.

Richting aangeven blijft verplicht

Volgens artikel 19 van de Wegcode (KB van 1 december 1975) is elke bestuurder verplicht om bij het veranderen van richting of het verlaten van de rijbaan tijdig en duidelijk richting aan te geven. Dit geldt dus ook als je een afslag neemt op een voorrangsweg – zelfs als je denkt dat er niemand in je buurt is.

Wat riskeer je als je geen richting aangeeft?

Het niet gebruiken van je richtingaanwijzer wordt in België beschouwd als een overtreding van de tweede graad. Daar staat een boete van €116 tegenover. In ernstigere gevallen – bijvoorbeeld als je anderen in gevaar brengt – kan het gedrag als roekeloos worden beschouwd, met een hogere boete of zelfs een dagvaarding tot gevolg. (lees verder onder de afbeelding)

Waarom richting aangeven zo belangrijk is

Veel verkeersongevallen ontstaan door een gebrek aan duidelijke communicatie tussen weggebruikers. Als je geen richting aangeeft:

Verwarren andere bestuurders zich over je intenties.
Kunnen fietsers of motorrijders verrast worden.
Riskeer je foutieve reacties van andere weggebruikers, met mogelijk gevaarlijke situaties tot gevolg.

Ook op een voorrangsweg blijven hoffelijkheid en verkeersveiligheid essentieel.

Veelvoorkomende misvattingen

“Ik rijd rechtdoor, dus ik hoef geen richting aan te geven.” Klopt. Maar zodra je afslaat of een afrit neemt, is richting aangeven verplicht.
“Er was niemand achter me.” De verplichting geldt altijd, ook als er geen zichtbaar verkeer is.
“Ik week maar een beetje uit.” Zelfs een lichte zijdelingse beweging kan als richtingsverandering gelden en vereist richting.

Hoe voorkom je een boete?

Gebruik je richtingaanwijzer minstens 3 seconden vóór je manoeuvre.
Geef altijd richting aan, ook als je denkt dat niemand je ziet.
Controleer je spiegels én kijk over je schouder voor je afslaat of uitwijkt.

Kortom: ook op een voorrangsweg gelden de algemene verkeersregels. Richting aangeven is geen optie, maar een wettelijke en logische plicht – voor je eigen veiligheid én die van anderen.

(Afbeeldingen: YouTube)

Lees het artikel op de mobiele website