Als je ooit een reden nodig had om nooit meer warm bier te drinken, dan is die er nu — en het wordt ondersteund door niemand minder dan de wetenschap.
De zomerse hoogdagen van het verleden worden vaak gesymboliseerd door dat ene moment: een ijskoud pintje. Of je nu op een plaatselijk caféterras zit, in een luchthavenlounge, aan het zwembad of in een Mediterraans restaurant — het is een iconisch tafereel dat velen van ons keer op keer opzoeken. Jammer genoeg blijft die frisse sensatie niet eeuwig duren.
Waarschijnlijk zijn wij niet de enigen die het lauwe laatste derde van het glas snel achterover slaan, gewoon om door te kunnen naar het volgende koude drankje. Welnu, voortaan hebben we wetenschappelijke steun voor onze voorkeur voor een frisse pint of fles bier. Een studie die op 1 mei werd gepubliceerd in het vakblad Matter, onderzocht waarom alcoholische dranken anders smaken bij verschillende temperaturen.
Van ijskoud bier tot rode wijn op kamertemperatuur: er blijkt een duidelijke reden te zijn waarom onze voorkeur vaak samenvalt met de temperatuur. De studie richtte zich op de smaak van ‘ethanol-achtige’ alcoholische dranken bij wisselende temperaturen. Hoofdauteur en materiaalkundige Lei Jiang van de Chinese Academie van Wetenschappen vertelde: “Twee jaar geleden dronk ik samen met eerste auteur Xiaotao Yang een biertje. Hij had net zijn doctoraat afgerond en vroeg me: ‘Wat nu?’”
“Op dat moment was ik lid van de wetenschappelijke commissie van een van de grootste Chinese producenten van alcoholische dranken, en ik stelde de vraag: ‘Waarom heeft Chinese baijiu een heel specifieke alcoholconcentratie, zoals 38–42%, 52–53% of 68–75%?’ Daarop besloten we iets te proberen. Ik deed een druppel bier op mijn hand om de contacthoek te bekijken.” (lees verder onder de afbeeldingh)
De onderzoekers begonnen toen de contacthoek te meten van verschillende dranken met oplopende alcoholpercentages. Zo konden ze zien hoe moleculen zich vermengen en met elkaar reageren. Bij een lagere ethanolconcentratie vormen ethanolmoleculen eerder piramidevormige clusters rond watermoleculen. Naarmate de concentratie stijgt, vormen ze kettingachtige structuren. Bij bier, dat zo’n 5% alcohol bevat, zagen ze een duidelijke toename van deze ketenstructuren wanneer het gekoeld werd tot vijf graden Celsius, vergeleken met kamertemperatuur.
Volgens het onderzoeksteam is dit waarschijnlijk de reden waarom mensen een krachtiger alcoholsmaak ervaren bij koud bier. Ethanol zelf heeft namelijk een smaakprofiel dat zowel bitter als zoet is — het is precies dat typische karakter waar veel drinkers naar op zoek zijn. Maar die uitgesproken smaak vervaagt zodra het bier opwarmt. “Bij lage temperaturen worden de piramidevormige clusters minder talrijk, en dat is precies waarom we koud bier drinken,” aldus Jiang.
(Bron: LADBible - Afbeeldingen: Unsplash)
Lees het artikel op de mobiele website