Ook in economisch woelige tijden blijven Belgen vasthouden aan hun spaargedrag. Uit recente cijfers van Eurostat blijkt dat België in 2024 opnieuw tot de betere spaarnaties van Europa behoorde. Ondanks inflatie, duurdere energie en hogere levensduurte, slaagden Belgische huishoudens erin om gemiddeld een aanzienlijk deel van hun inkomen opzij te zetten.
In 2024 bedroeg de gemiddelde spaarquote van Belgische gezinnen ongeveer 13,6%. Dat betekent dat van elke 100 euro netto-inkomen, er 13,60 euro werd gespaard. Daarmee scoort België hoger dan het Europees gemiddelde, dat op iets meer dan 11% lag. Vooral landen zoals Duitsland en Nederland deden het nog net iets beter, met spaarquotes boven de 14%. Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich landen zoals Spanje en Griekenland, waar de spaarquote onder de 8% zakte.
Er zijn verschillende redenen waarom Belgen relatief veel sparen. Enerzijds is er de traditionele spaarreflex die diepgeworteld zit in de Belgische cultuur. Anderzijds spelen onzekerheden op de woningmarkt, twijfels over het pensioenstelsel en economische instabiliteit ook een grote rol. Veel mensen houden liever een buffer aan voor onverwachte uitgaven. Bovendien blijft het Belgische spaargeld grotendeels op klassieke spaarboekjes staan, ondanks de lage rente, wat wijst op een eerder voorzichtig en risicomijdend spaarprofiel.
Hoewel België tot de spaarkampioenen behoort, is er toch sprake van een lichte daling tegenover voorgaande jaren. In 2022 lag de spaarquote nog boven de 15%. De inflatie en stijgende kosten voor levensonderhoud hebben dus ook hier hun impact niet gemist. Toch blijven Belgische gezinnen gemiddeld meer sparen dan de meeste andere Europeanen, wat wijst op een blijvende behoefte aan financiële zekerheid.
(Afbeeldingen: Unsplash)
Lees het artikel op de mobiele website