Peter Goossens: “Tweemaal per dag een wedstrijd rijden”

Wat nu? Wil de sterrenchef op zijn vijftigste en nu hij wat minder op tv komt, nog sportman worden?

Een jaar of wat geleden ging het niet zo goed met Peter Goossens. Crashen met een stuk in zijn botten, verdacht van fraude: een mens zou voor minder depressief worden. Peter liet zich op tv dan ook niet meer zien. Tot hij onlangs Mijn Pop-Uprestaurant wat meer kleur gaf met zijn snedige commentaar.

Wat heeft Peter Goossens in tussentijd gedaan? Iets wat alle koks doen blijkbaar: een kookboek geschreven. Waarin zijn boek met dat van pakweg Jeroen Meus of Piet Huysentruyt verschilt?

“Mijn boek is het basis van het koken”, zo legt hij uit in Story. “Iedereen kan ermee aan de slag, maar het is ook het boek dat de leerlingen in de hotelschool als cursus zullen gebruiken.”

Desondanks hij even weer op tv te zien was, voelt hij het zeker niet kriebelen om opnieuw wat meer op het scherm te komen. Wel vindt hij dat 'Mijn Pop-Uppers' het precies soms wat onderschatten om een restaurant uit te baten: “Je moet niet alleen je basistechnieken om te garen en te koken beheersen, maar daarnaast ook over een enorme productkennis beschikken. Je moet ook creatief zijn en goed in vorm. En dan moet je nog een restaurant kunnen runnen natuurlijk.”

“Het is en blijft een zwaar beroep. Ik noem het tweemaal per dag een formule 1-wedstrijd rijden. Als je ook nog het management zelf doet, dan moet je niet alleen de wedstrijd rijden maar ook nog zelf je wagen buitenzetten. Elke dag in de keuken staan, dat is een sport op zich.” (SL)