Wout van Aert is vastberaden om zich in de derde en laatste week van de Tour de France nog te tonen. Hij mikt op persoonlijk succes – hij ziet nog drie realistische kansen op ritwinst – maar wil ook een rol van betekenis spelen voor kopman Jonas Vingegaard. “Ik wil er zijn voor Jonas, maar hoop zelf ook nog een rit te winnen,” klinkt het.
Van Aert werd in aanloop naar de bergrit naar de Mont Ventoux nog eens herinnerd aan zijn iconische overwinning daar in 2021. “Dat had ik toen echt niet zien aankomen. Maar ik voel dat ik op hetzelfde niveau zit als toen – ook bergop. Het zat toen wel mee dat er geen topklimmers in de vlucht zaten. Die hadden hun krachten al verspeeld voor de slotklim. Deze rit is dit jaar echter voor de klassementsmannen, en dus voor Jonas. Als hij de Tour wil winnen, zal hij moeten aanvallen. Alles of niets.”
Toch ziet Van Aert ook voor zichzelf nog een rol weggelegd. “Mijn grootste bijdrage kan zijn om mee te zitten in een ontsnapping. Al wordt dat steeds moeilijker. Maar goed, UAE heeft na de Giro hopelijk geleerd,” knipoogde hij, verwijzend naar een eerdere etappe in de Giro waarin hij met een vroege vlucht Simon Yates uiteindelijk de roze trui hielp veroveren. (lees verder onder de afbeelding)
Tadej Pogacar
Ook op de kritiek van Tadej Pogacar had Van Aert een weerwoord. De Sloveen vond het vreemd dat Van Aert samen met Victor Campenaerts in de aanval trok, net nadat Vingegaard ten val was gekomen. “Dat is best grappig,” reageerde Van Aert. “Want hij deed exact hetzelfde om Wellens mee in de vlucht te krijgen. Er was een eenvoudige oplossing: Pogacar had gewoon op het peloton met Jonas kunnen wachten. Dan had hij écht sportiviteit getoond. Nu klaagt hij over iets dat er niet is.”
(Afbeeldingen: screen grabs YouTube)
Lees het artikel op de mobiele website