Plug-in hybride voertuigen (PHEV’s) combineren het beste van twee werelden: een elektromotor voor zuinig en stil rijden, en een verbrandingsmotor – meestal op benzine – voor extra actieradius en flexibiliteit. Het is verleidelijk om vooral elektrisch te rijden, maar het regelmatig inschakelen van de benzinemotor is cruciaal voor de gezondheid van je voertuig. Hier lees je waarom.
Moderne benzine, zeker de E10-variant met 10% bio-ethanol, verliest na verloop van tijd aan kwaliteit. Bio-ethanol trekt namelijk vocht aan, wat de brandstof kan aantasten en interne motoronderdelen kan beschadigen. Als de benzine maandenlang in de tank blijft zonder verbruik, loop je risico op problemen. E5 (Euro 98) is iets stabieler, maar ook daarmee is regelmatig gebruik raadzaam.
Als de benzinemotor niet regelmatig draait, kunnen onderdelen slecht gesmeerd raken en kan er vocht ophopen in de motorolie. Dit verhoogt de kans op corrosie en mechanische slijtage. Door de motor af en toe in te schakelen, blijven alle onderdelen in topconditie. (lees verder onder de afbeelding)
In veel PHEV’s wordt de 12V-hulpacku – die verantwoordelijk is voor systemen zoals verlichting, sloten en infotainment – alleen opgeladen wanneer de benzinemotor loopt. Rijd je uitsluitend elektrisch, dan raakt deze accu leeg, met als gevolg mogelijke storingen of zelfs een voertuig dat niet meer start.
Wil je lang en zorgeloos blijven genieten van je plug-in hybride? Laat de benzinemotor dan regelmatig draaien. Zo voorkom je brandstofproblemen, houd je de motor gezond én zorg je voor een betrouwbaar werkend elektrisch systeem. Het draait allemaal om balans tussen elektrisch gemak en mechanisch onderhoud.
(Afbeeldingen: Unsplash)
Lees het artikel op de mobiele website