Betaalt de koning onroerende voorheffing op zijn appartementen?

Die pertinente vraag werd gesteld voor Peter Reekmans van LDD maar Vlaams minister van financiën Philippe Muyters (N-VA) geeft een nietszeggend antwoord. Volgens Muyters is dat "een particuliere aangelegenheid", een privé zaak dus.

Volgens Muyters is de vraag van Reekmans "onontvankelijk" omdat het om "persoonlijk geval of particuliere aangelegenheid" gaat. Reekmans repliceert dat "het royale vandaag in Vlaanderen zo mogelijk nog een heiliger huisje is dan op federaal vlak". Maar Muyters wuift die vergelijking weg. "De koning ontvangt wel een dotatie, maar niet uit de Vlaamse kas. Vanuit het perspectief van de Vlaamse administratie is hij een privépersoon", aldus de minister in een krant van De Persgroep.

De vraag van Reekmans is nochtans aan de orde want recent oordeelde een rechtbank in Gent dat de Koninklijke Stichting achterstallige onroerende voorheffing moet betalen voor de villa van prins Laurent in Tervuren. Vlaanderen int sinds het jaar 2000 autonoom onroerende voorheffing. Voordien werden alle leden van de koninklijke familie automatisch vrijgesteld op grond van een artikel uit het wetboek van de inkomstenbelastingen. De verblijfplaatsen van de koning en van potentiële troonopvolgers werden beschouwd als "nationale domeingoederen" of "diensten van algemeen nut".

Iedereen is gelijk voor de wet?

Die vlieger gaat nu niet meer op. De advocaten van de Vlaamse administratie beriepen zich met succes op het principe van de gelijkheid onder belastingplichtigen. Reekmans wilde weten of dat principe ook toegepast wordt op de appartementen die koning Albert kocht in Oostende.

Daar bezit hij aan de Graaf de Smet de Naeyerlaan twee luxe-appartementen en drie garages. "Beschouwt men die bezittingen, enkel omdat de koning er misschien heel occasioneel verblijft als diensten van openbaar nut?", aldus Reekmans die ook wil weten of er nog andere eigendommen zijn waarover dezelfde vraag kan gesteld worden.

Beeld Photonews