Kwade Ronald Janssen haalt uit naar Vermassen en familie Appeltans

Daar waar Ronald Janssen vrijdag nog heel emotioneel reageerde op de vragen die hem gesteld werden, viel de moordenaar donderdag uit zijn rol. Hij reageerde gepikeerd op de vragen van advocaten Jef Vermassen en Jos Vander Velpen. "Ik weet dat u mij soms op mijn woorden pakt. Ik heb het lichaam met een hefboomwerking in het bad getrokken", haalde Janssen uit naar meester Vermassen.

Vermassen wees erop dat Janssen blijkbaar wel een kachel kon verslepen tijdens de verbouwingswerken in zijn huis, maar toch klaagde dat hij rugpijn had de nacht dat Annick Van Uytsel in zijn woning aanwezig was.

"Dat is dezelfde redenering die u maakt als toen u zei dat ik wel kon gaan dansen. Het kan gewoon dat je de ene week een zware kachel kan verslepen en de volgende week niets meer. Als ik rugpijn had, ging ik naar de dokter en na één à anderhalve week was dat voorbij", antwoordde Janssen.

Daarna wilde Vermassen weten wat het hefboomtoestel was, waarmee Janssen naar eigen zeggen Annick in het bad had getrokken. "Ik weet dat u mij soms op mijn woorden pakt. Ik heb het lichaam met een hefboomwerking in het bad getrokken", reageerde de moordenaar.

Pesterijen

Vander velpen wilde weten waarom een ligstoel van de familie Appeltans in de garage van Janssen lag. Janssen sprong meteen op en zei met luide stem, terwijl hij naar Johan Appeltans keek: "Dat is een pertinente leugen. Dat is mijn ligstoel en komt van de grootmoeder van Natalie B. (zijn ex-vriendin, nvdr.)"

Vader Appeltans (foto) moest serieus op zijn tanden bijten en liep naar buiten om stoom af te laten.

"Ze doen of ik hier de koelste kikker ben. Maar door emoties kan ik sommige dingen niet verwoorden", reageerde Janssen verder nog op de verhalen over de zogenaamde pesterijen van de familie Appeltans.

"Ik was zo gefrustreerd door het braaksel voor mijn voordeur. Die pesterijen waren er, dat mogen ze hier niet ontkennen. Ik had het nooit mogen doen maar ze mogen niet zeggen dat de oorzaak niet waar is", aldus Janssen, die zichzelf wel regelmatig tegenspreekt.