Als tijdreizen ooit mogelijk zou zijn, zou een van de populairste plannen ongetwijfeld zijn: teruggaan in de tijd en wat geld in Bitcoin steken. Toen de cryptomunt net werd gelanceerd, was ze letterlijk bijna niks waard.
Zo ruilde één man ooit 10.000 Bitcoins voor twee pizza’s ter waarde van $25 — een transactie die vandaag honderden miljoenen waard zou zijn. Die pizza’s moeten wel héél goed geweest zijn. Wie 15 jaar geleden wat geld in Bitcoin stopte en het sindsdien niet verkocht of kwijtraakte, is vandaag stinkend rijk.
Volgens berekeningen van Bankrate zou iemand die in 2010 slechts $1.000 in Bitcoin investeerde, vandaag kunnen beschikken over een vermogen van maar liefst $1,62 miljard. Een hallucinant bedrag, zeker als je bedenkt dat het destijds ging om een investering in iets wat nauwelijks bestond — en waarvan niemand wist of het ooit iets waard zou worden. (lees verder onder de afbeelding)
Achteraf is het makkelijk praten, natuurlijk. Destijds voelde het absurd om echt geld te steken in iets wat letterlijk centen waard was — een paar verloren dollars konden je hele investering doen verdampen. En toch bleek het cruciaal om heel vroeg in te stappen. Bankrate berekende ook wat er gebeurd zou zijn als je 10 of 5 jaar later was begonnen:
Kortom: het verschil tussen “astronomisch rijk” en “leuk extraatje” hangt volledig af van het moment waarop je instapte.
Bitcoin bleef tot 2011 niet meer waard dan een paar cent, maar daarna begon de prijs gestaag te stijgen. Wat toen minder kostte dan een chocoladereep, is vandaag even duur als een gezinsvakantie of een sportwagen. Wie er destijds bij was — en zijn wachtwoord niet kwijt is geraakt — lacht nu waarschijnlijk in stilte. Voor de rest van ons blijft het bij dromen over wat we zouden kopen met dat geld dat we nooit hebben gehad.
(Bron: LADBible – Afbeeldingen: Unsplash)
Lees het artikel op de mobiele website