In Vlaanderen kunnen bestuurders van bedrijfswagens ontsnappen aan boetes voor beperkte snelheidsovertredingen. Een maas in de wet zorgt ervoor dat kleine overtredingen vaak niet worden vervolgd wanneer ze met een firmawagen gebeuren.
Sinds 2021 mogen Vlaamse steden en gemeenten zogenaamde GAS-boetes uitschrijven voor wie tot 20 km/u te snel rijdt in zones van 30 of 50 km/u. Deze overtredingen worden vastgesteld via automatische camera’s die door de lokale overheden worden gefinancierd. Bij privéwagens gaat de boete gewoon naar de overtreder, maar bij bedrijfswagens is dat anders: de boete komt terecht bij het bedrijf of de leasingmaatschappij die eigenaar is van het voertuig.
Het probleem? De wet verplicht bedrijven niet om te melden wie op het moment van de overtreding met de wagen reed. Als een bedrijf simpelweg niet reageert op de brief van de sanctionerend ambtenaar, volgt daar momenteel geen enkele sanctie op. Daardoor blijft de overtreding zonder gevolgen — want een rechtspersoon kan juridisch niet als bestuurder worden bestraft. De enige optie voor de gemeente is om het dossier door te geven aan politie of justitie, maar in de praktijk gebeurt daar weinig mee.
Volgens Vlaams minister van Mobiliteit is het wél strafbaar voor bedrijven om de identiteit van de bestuurder te verzwijgen, met boetes tot 4.000 euro en zelfs celstraffen als ultiem middel. Toch lijkt dat amper toegepast. De federatie van leasingmaatschappijen, Renta, vindt het onaanvaardbaar dat bestuurders met een bedrijfswagen ongestraft blijven waar anderen wel betalen. Ze dringen aan op een sluitende wetgeving die elk type bestuurder gelijk behandelt, ongeacht het type voertuig.
(Intropic: Freepik)
Lees het artikel op de mobiele website