Hoewel er nog steeds veel beelden van het mannelijk lichaam uit de Oud-Griekse tijd bewaard zijn gebleven, is één van de opvallende aspecten dat de kerels allemaal gespierd zijn als olympische atleten – wat niet verrassend is, aangezien de Grieken de Olympische Spelen hebben uitgevonden – en dat ze allemaal kleine 'pretstokjes' hebben. Terwijl de moderne samenleving een fixatie lijkt te hebben op de grootte van het mannelijk geslachtsdeel en denkt dat formaat belangrijk is, waren de verwachtingen in het oude Griekenland duidelijk anders.
Historicus Paul Chrystal legde recent uit waarom de meeste standbeelden eruitzien als een geïdealiseerd lichaam volgens onze maatstaven van vandaag, met uitzondering van het feit dat het geslachtsdeel meer wegheeft van een chipolata-worstje dan van een dikke cervela. In zijn boek In Bed with the Ancient Greeks legt hij uit dat Griekse standbeelden kleine geslachtsdelen hebben omdat dit toen werd gezien als een ideaal. De historicus zei dat het in het oude Griekenland juist een teken van hoge beschaving en verfijning was om een kleine pretstok te hebben.
“Een groot lid was vulgair en viel buiten de culturele norm – iets voor barbaren,” schreef Chrystal. Het hebben van een grote ‘derde been’ wees erop dat je minder controle had over jezelf, in tegenstelling tot de beschaafde Grieken die hun tijd besteedden aan beeldhouwkunst. Blijkbaar werd een grote pretstok in de komedies van die tijd gezien als een ‘teken van domheid’, dus als iemand een standbeeld zag van een man met kleine geslachtsdelen, wist men dat het om een slimme man ging. (lees verder onder de afbeelding)
Volgens het kunstplatform Artsy suggereerde kunsthistoricus Andrew Lear dat de reden waarom mannen in Oud-Griekse beelden niet goed bedeeld waren, te maken had met het uitdrukken van ‘zelfbeheersing’. Spieren kon iedereen hebben, maar een echt beschaafde man was iemand met verstand en controle over zichzelf – wat dus kennelijk werd weergegeven met een klein lid. Natuurlijk waren de bewoners van het oude Griekenland niet altijd zo beschaafd als ze zich graag voordeden. Zij waren namelijk ook degenen die het gruwelijke martel- en executiemiddel de Bronzen Stier bedachten – hoewel het de vraag is of dat slechts aan één man te wijten was, of dat het een bredere aanklacht tegen hun beschaving vormt.
De uitvinder ervan vond in elk geval al snel iemand die het apparaat graag wilde gebruiken: een enorm bronzen beeld van een stier waarin mensen levend werden gestopt en geroosterd, terwijl hun doodskreten via buizen werden omgezet in dierengeluiden. Uiteindelijk werd de uitvinder zelf het eerste slachtoffer van zijn creatie – al stierf hij er niet aan. In plaats daarvan werd hij halfgaar uit de stier gehaald en daarna geëxecuteerd door van een heuvel gegooid te worden. Maar dit geheel terzijde naast het piemelverhaal...
(Bron: LADBible - Afbeeldingen: Unsplash)
Lees het artikel op de mobiele website