Zoveel verdienen Vlaamse gemeenten aan verkeersboetes: "Opbrengst is bijna verdrievoudigd"

Wie regelmatig de weg op gaat, weet het: verkeersovertredingen kunnen flink wat kosten. Maar wat gebeurt er eigenlijk met dat geld? In Vlaanderen blijken verkeersboetes niet alleen een strafmiddel, maar ook een aanzienlijke inkomstenbron voor lokale besturen. Steeds meer gemeenten rekenen op die boetes als onderdeel van hun jaarlijkse begroting.

Lokale handhaving, lokale opbrengst

Sinds enkele jaren mogen Vlaamse gemeenten zelf verkeersinbreuken vaststellen via hun lokale politie of slimme camera’s. Denk aan snelheidsovertredingen, foutparkeren of het negeren van verkeersborden. In veel gevallen wordt de boete rechtstreeks geïnd door de stad of gemeente die de overtreding vaststelde. Die aanpak loont: sommige steden halen jaarlijks miljoenen euro’s op via verkeersboetes. Zeker in grotere steden en gemeenten waar het verkeer druk is, lopen de inkomsten hoog op.

Hoeveel brengen verkeersboetes op?

Uit recente gegevens blijkt dat bepaalde Vlaamse steden jaarlijks tussen de 1 en 5 miljoen euro ophalen via boetes. Vooral steden als Antwerpen, Gent en Leuven steken er met kop en schouders bovenuit. Maar ook kleinere gemeenten zien hun inkomsten uit verkeersovertredingen gestaag toenemen. Die stijging komt onder meer door het toenemende gebruik van ANPR-camera’s en automatische snelheidscontroles, die het aantal vaststellingen flink opdrijven. Tussen 2019 en 2023 is de opbrengst zelfs bijna verdrievoudigd. Het ging van in totaal zo’n 43 miljoen naar 124 miljoen euro.

Wat gebeurt er met het geld?

Een vaak gehoorde vraag is: waar gaat al dat boetegeld naartoe? Gemeenten zijn wettelijk verplicht om de inkomsten uit verkeersboetes te besteden aan verkeersveiligheid en mobiliteit. Dat betekent investeringen in veilige schoolomgevingen, fietsinfrastructuur, verkeerseducatie of campagnes rond veilig rijden. Toch is er ook kritiek. Sommige inwoners vragen zich af of boetes niet eerder als melkkoe worden gebruikt dan als middel om gedrag te veranderen.

De opmars van slimme technologie speelt een grote rol in de stijgende inkomsten uit verkeersboetes. ANPR-camera’s, mobiele flitswagens en slimme verkeerslichten maken het makkelijker dan ooit om overtreders te detecteren. Bovendien wordt het menselijke aspect deels uitgeschakeld, waardoor subjectiviteit wegvalt. Maar het gevolg is wel dat steeds meer bestuurders geconfronteerd worden met boetes, vaak voor kleine overtredingen. (lees verder onder de afbeelding)

Boete als preventief of straffend middel?

De balans tussen preventie en bestraffing blijft een gevoelig punt. Critici stellen dat sommige gemeenten eerder focussen op het genereren van inkomsten dan op het effectief verbeteren van de verkeersveiligheid. Voorstanders wijzen erop dat controles en boetes nu eenmaal nodig zijn om onveilig rijgedrag aan te pakken. De waarheid ligt wellicht ergens in het midden.

Met het toenemend aantal boetes groeit ook de publieke discussie. Burgers voelen zich steeds vaker gecontroleerd en geobserveerd. Sommigen ervaren de boetes als oneerlijk, vooral wanneer ze bijvoorbeeld net enkele kilometers per uur te snel reden of door onduidelijke signalisatie in de fout gingen. Toch blijven de meeste experts het eens: een goede verkeersveiligheid vraagt om consequente handhaving.

Wat brengt de toekomst?

Gezien de technologische evolutie is het waarschijnlijk dat verkeersboetes nog zullen toenemen, zowel in aantal als in opbrengst. De uitdaging voor Vlaamse gemeenten zal erin bestaan om die inkomsten op een evenwichtige en maatschappelijk aanvaardbare manier in te zetten. Meer controle hoeft immers niet te betekenen dat het vertrouwen in het beleid verdwijnt – op voorwaarde dat de focus blijft liggen op veiligheid, niet op winst.

(Afbeeldingen: YouTube)

Lees het artikel op de mobiele website

Net binnen

Bekijk meer artikelen