De elektrificatie van het wagenpark wordt door overheden én bedrijven actief gestimuleerd, maar wie verwacht dat de tweedehandsmarkt voor elektrische auto’s mee evolueert, komt bedrogen uit. Ondanks het groeiende aantal EV’s op de weg, blijkt de interesse in tweedehands elektrische voertuigen opvallend laag. En dat heeft grote gevolgen, vooral voor wie met een bedrijfswagen rijdt.
Autoverkopers en leasemaatschappijen luiden de alarmbel: elektrische wagens die uit leasing komen, blijven langer staan dan hun klassieke tegenhangers. Volgens cijfers van onder meer AutoScout24 en de Europese brancheorganisatie ACEA daalt de doorverkoopwaarde van elektrische voertuigen sneller dan verwacht. Auto's met een verbrandingsmotor vinden doorgaans sneller een nieuwe eigenaar, zelfs als ze ouder zijn.
Er zijn meerdere redenen waarom de tweedehands elektrische auto moeilijk aan de man gebracht wordt:
(lees verder onder de afbeelding)
Voor bedrijven die inzetten op elektrisch rijden, kan de zwakke tweedehandsmarkt problematisch worden. Leasemaatschappijen rekenen op een sterke restwaarde om aantrekkelijke contracten aan te bieden. Als tweedehands EV’s moeilijker verkoopbaar blijken, kan dat leiden tot hogere leaseprijzen, kortere looptijden of beperkingen in modelkeuze. Bovendien dreigen sommige bedrijven op het einde van de leaseperiode met een restwaarde te zitten die lager is dan voorzien, wat financieel nadelig uitvalt.
Deze trend kan de elektrificatie van het bedrijfswagenpark afremmen. Als de restwaarde onzeker blijft, kunnen bedrijven terughoudender worden om nog massaal elektrische wagens in hun vloot op te nemen. En dat staat haaks op de doelstellingen rond CO₂-reductie, die bedrijven én overheden vooropstellen.
Om tweedehands EV’s aantrekkelijker te maken, wordt gepleit voor:
Zonder extra inspanningen blijft de kloof tussen nieuw en tweedehands groot – en dat zet druk op het hele systeem.
(Afbeeldingen: Unsplash)
Lees het artikel op de mobiele website