Nieuwe pensioenleeftijd levert de overheid flink wat geld op: dit gigantisch bedrag werd bespaard op 5 maanden tijd

Sinds de wettelijke pensioenleeftijd begin dit jaar steeg van 65 naar 66 jaar, is het aantal nieuwe pensioneringen opvallend gedaald. In de eerste vijf maanden van 2025 gingen zo’n 22.000 mensen minder met pensioen dan in dezelfde periode vorig jaar.

Dat blijkt uit cijfers van de Federale Pensioendienst, opgevraagd door De Tijd. Het effect laat zich meteen voelen in de begroting: de overheid gaf daardoor ongeveer 100 miljoen euro minder uit aan pensioenen.

“We zagen 60% minder nieuwe rustpensioenen”

De sprong in de cijfers heeft alles te maken met de hervorming die in 2014 onder de regering-Michel werd beslist. Belgen die eind 2024 nog 65 jaar werden, konden begin dit jaar nog met pensioen op de oude leeftijd. Maar wie in januari 2025 de kaap van 65 bereikte, moet wachten tot februari 2026 om op 66-jarige leeftijd met pensioen te gaan. “Van februari tot en met april zagen we 60 procent minder nieuwe rustpensioenen dan in dezelfde maanden van 2024,” bevestigt woordvoerder Vik Beullens.

Besparing van 100 miljoen euro

Opgeteld betekent dat in de periode februari tot mei een besparing van om en bij de 100 miljoen euro. De Federale Pensioendienst rekende daarbij op een gemiddeld pensioenbedrag van 1.850 euro per maand. In 2030 volgt nog een volgende stap: dan gaat de wettelijke pensioenleeftijd verder omhoog, van 66 naar 67 jaar.

(Bron: HLN – Intropic: Unsplash)

Lees het artikel op de mobiele website

Net binnen

Bekijk meer artikelen