Bommenlegger Boston riskeert toch de doodstraf

Dzhokhor Tsarnaev, de hoofdverdachte van de bomaanslagen in Boston in april, riskeert alsnog de doodstraf. Dit terwijl in Massachusetts al in bijna zeventig jaar niemand is terechtgesteld.

De staat schafte de doodstraf al af in 1984, maar daarvoor was het al tientallen jaren geleden dat het laatste doodsvonnis nog voltrokken werd. Tsarnaev zal echter op federaal niveau voor de rechter worden geleid, maar indien de staat de doodstraf wil vorderen, zal dat een zware juridische strijd worden.

Eric Holder, de openbare aanklager die met de zaak is belast, heeft zich eerder al tegen de doodstraf uitgesproken. Zijn voorganger Aitan D. Goelman liet zich minder vergevingsgezind uit: "Als je de doodstraf niet zou kunnen vorderen tegen iemand die bommen plaatst en de levens van honderden onschuldige burgers in gevaar bracht, wanneer kun je dat dan wel?"

De doodstraf werd op federaal niveau in de Verenigde Staten terug van kracht in 1988. Sindsdien zijn er slechts drie mensen op grond ervan terechtgesteld. Onder hen ook de bommenlegger Timothy McVeigh, verantwoordelijk voor de aanslagen in Oklahoma City.

Zelfs indien de jury unaniem beslist dat Tsarnaev verantwoordelijk is voor de dood van drie en het verwonden van 260 mensen op die noodlottige dag in Boston, is de doodstraf verre van zeker. De jury zal zich immers ook unaniem moeten uitspreken voor het doodsvonnis, en dat is in een staat als Massachusetts dus niet vanzelfsprekend. De verdediging houdt nog allerlei verzachtende omstandigheden achter de hand. Zo zou Dzhokhor niet het brein achter de aanslag zijn, maar wel zijn oudere broer Tamerlan, die door de politie werd doodgeschoten.

Er zijn dertig aanklachten geformuleerd tegen Tsarnaev. Op zeventien daarvan staat de doodstraf of levenslange opsluiting. De eerste zitting vindt plaats op woensdagnamiddag lokale tijd.

DV Archieffoto FBI