Vanaf dit jaar stijgt de wettelijke pensioenleeftijd in België naar 66 jaar, en vanaf 2030 wordt dat 67 jaar. Steeds meer mensen denken daarom na over de mogelijkheid om eerder te stoppen met werken.
Een vervroegd pensioen kan aantrekkelijk klinken, maar het gaat gepaard met strikte voorwaarden én een lager pensioenbedrag. De overheid wil bovendien de regels voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren gelijktrekken, waardoor de voorwaarden geleidelijk strenger worden.
Leeftijds- en loopbaanvereisten
Wie voor zijn 65ste met pensioen wil, moet voldoen aan een combinatie van leeftijds- en loopbaanvereisten. Zo kan je nu nog stoppen vanaf 63 jaar als je minstens 42 dienstjaren hebt, vanaf 61 of 62 jaar met 43 jaar op de teller, en op 60 jaar alleen als je 44 jaar hebt gewerkt.
Sommige niet-gewerkte periodes, zoals ziekte of legerdienst, tellen in bepaalde gevallen mee. Vanaf 2027 wordt er ook strenger gekeken naar het aantal effectief gewerkte dagen per jaar: de huidige minimumdrempel van 104 dagen stijgt naar 156. (lees verder onder de afbeelding)
Wat als je de voorwaarden niet haalt?
Wie deze voorwaarden niet haalt maar toch vervroegd stopt, ziet zijn pensioen jaarlijks verlaagd met 2% tot 2030, 4% tot 2040 en 5% daarna. Om het inkomensverlies op te vangen, kiezen veel mensen voor individueel pensioensparen. Dat levert naast een extra kapitaal ook een belastingvoordeel op, al betaal je bij de uitkering 8% belasting op het eindbedrag. Wie wil weten waar hij of zij precies staat, kan terecht op mypension.be voor een overzicht op maat.
(Bron: Jobat - Afbeeldingen: Unsplash)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties