Zoveel spaargeld zou jij als Belg eigenlijk moeten hebben: "Verschil tussen gemoedsrust en stress"

Spaargeld is geen luxe, maar een noodzakelijke buffer die je beschermt tegen onverwachte financiële klappen. Denk aan medische kosten, autopech, een kapotte wasmachine of tijdelijke werkloosheid. In zulke situaties maakt een gezonde spaarrekening het verschil tussen gemoedsrust en stress. De vraag “hoeveel spaargeld moet je hebben als Belg?” is daarom geen theoretisch vraagstuk, maar een essentieel onderdeel van je financiële gezondheid.

Moeilijk om buffer op te bouwen

Uit een recente studie van de Nationale Bank van België blijkt dat steeds meer Belgen zich zorgen maken over hun financiële reserve. Die bezorgdheid is niet uit de lucht gegrepen. De aanhoudende inflatie en de gestegen kosten van levensonderhoud zorgen ervoor dat het voor veel mensen moeilijker wordt om een buffer op te bouwen of in stand te houden.

Wat hebben Belgen op hun spaarboekje staan?

Volgens de meest recente cijfers van de Nationale Bank stond er in 2024 gemiddeld zo’n 19.000 euro op een gereglementeerde spaarrekening. Toch geeft dat gemiddelde een vertekend beeld, omdat het sterk wordt beïnvloed door hogere inkomensgroepen. In werkelijkheid beschikt een aanzienlijk deel van de Belgen over veel minder. Test Aankoop stelt zelfs dat 40% van de Belgische huishoudens minder dan 2.000 euro aan directe reserves heeft. Dat bedrag is onvoldoende om zelfs maar één serieuze tegenslag op te vangen.

Wat is een 'gezonde' buffer?

Financiële experts, waaronder de FSMA en Budgetbeheer Vlaanderen, adviseren dan ook om minstens drie tot zes maanden aan vaste kosten als noodbuffer aan te houden. Voor een alleenstaande komt dat neer op zo’n 6.000 tot 10.000 euro. Voor een gezin met twee kinderen loopt dat bedrag al snel op tot 10.000 tot 20.000 euro. Hoe onzekerder je inkomen, hoe belangrijker het wordt om een grotere financiële reserve aan te houden. Zelfstandigen en freelancers doen er bijvoorbeeld goed aan om eerder te mikken op zes tot twaalf maanden vaste uitgaven, gezien hun inkomen vaak sterk kan schommelen. (lees verder onder de afbeelding)

Wat als je minder hebt?

Zit je vandaag onder die aanbevolen buffer? Dan is dat geen reden tot paniek, maar wel een duidelijk signaal om actie te ondernemen. Begin bijvoorbeeld met een automatische spaaropdracht zodra je loon wordt gestort, zodat sparen een gewoonte wordt en geen bijzaak. Analyseer waar je geld naartoe gaat en kijk kritisch naar vaste kosten, impulsaankopen en kleine uitgaven die ongemerkt optellen. Maak ook gebruik van bestaande premies of belastingvoordelen, zoals die voor energiebesparende maatregelen of renovaties. Door spaardoelen te stellen – bijvoorbeeld voor een vakantie, de studie van je kinderen of een nieuwe wagen – maak je het sparen bovendien concreter en motiverender.

Hoe kan je best je geld beleggen?

Aan de andere kant zijn er ook Belgen die méér dan voldoende spaargeld hebben. Staat er meer dan 100.000 euro op je spaarrekening? Dan levert dat nauwelijks rente op, terwijl inflatie de waarde van je geld jaar na jaar doet dalen. In dat geval is het misschien tijd om je geld voor je te laten werken. Denk aan termijndeposito’s, staatsbons, gespreide beleggingen in fondsen of ETF’s, of zelfs investeringen in vastgoed. Belangrijk hierbij is om je goed te informeren en, indien nodig, advies in te winnen bij een onafhankelijke financieel expert.

"Je specifieke situatie is belangrijk"

Uiteindelijk hangt het ideale spaarbedrag af van jouw specifieke situatie: je gezinssamenstelling, inkomenszekerheid en persoonlijke financiële doelen. Maar één richtlijn geldt voor iedereen: zorg ervoor dat je minstens drie tot zes maanden vaste kosten kunt overbruggen. Heb je minder dan dat? Dan is nu het moment om stap voor stap je buffer op te bouwen. Heb je méér? Dan loont het om te kijken of je spaargeld beter rendeert elders. Spaargeld moet je beschermen – maar het mag je ook iets opleveren.

(Bron: Testaankoop - Afbeeldingen: Freepik)