Daarom moest Wout van Aert wachten tot het bittere einde om een touretappe te winnen: "Geen toeval"

Wout van Aert heeft zondag op indrukwekkende wijze de Tour de France afgesloten met een felbevochten ritzege in Parijs. Het is een bekroning van volharding en geloof in eigen kunnen, want sinds zijn laatste overwinning in 2022 bleef de Belg telkens met lege handen achter in 's werelds grootste wielerronde.

Dit jaar leek het scenario zich opnieuw te herhalen. Van Aert kampte net voor de start van de Tour met ziekte en miste zijn topvorm in de eerste cruciale dagen van een bijzonder zware editie. Toch bleef hij knokken, wachten, en hopen.

Overwinning én statement

En dat loonde. In de afsluitende rit in de Franse hoofdstad haalde Van Aert alles uit de kast. Op de iconische klim van Montmartre plaatste Tadej Pogacar een versnelling, maar Van Aert liet zich niet verrassen. Hij counterde, reed weg van de gele trui, en denderde vervolgens zes kilometer solo richting overwinningsglorie op de Champs-Élysées.

Volgens zijn trainer Mathieu Heijboer is die explosie op de laatste dag geen toeval. “Wout begon de Tour niet in topconditie en de openingsweek was moordend zwaar,” vertelt hij aan Sporza. “Toch is hij blijven geloven dat er iets mogelijk was, en dat geloof is nu beloond.” Na eerder dit jaar ook een rit in de Giro te winnen, maakt Van Aert zijn comeback compleet. Zijn tiende ritzege in de Tour is niet zomaar een overwinning – het is een statement.

(Intropic: screen grab YouTube/Sporza)