De verrassende reden waarom auto's snelheden op de teller hebben die ze nooit kunnen halen

Een compacte stadsauto zoals de Kia Picanto of Volkswagen Up heeft een bescheiden motor met minder dan 100 pk. Toch zie je op het dashboard vaak een snelheidsmeter die doorloopt tot 220 km/u. Onrealistisch? Zeker. Maar toch bewust zo gekozen. Waarom vermelden fabrikanten zulke onhaalbare snelheden? De verklaring ligt in een mix van designlogica, marketing en kostenbesparing – maar roept ook vragen op over verkeersveiligheid.

Waarom die hoge snelheden toch op de teller staan

Volgens CNN is een van de voornaamste redenen dat fabrikanten de meest gebruikte snelheden (100–130 km/u) in het midden van de wijzerplaat willen weergeven, precies bovenaan waar de bestuurder het snelst kijkt. Om de verdeling symmetrisch te houden, lopen de snelheidsmeters dus vaak veel verder door dan de auto in werkelijkheid ooit zal halen.Daarnaast is er een psychologisch effect: Een snelheidsmeter die stopt bij 140 km/u komt ‘karig’ over – terwijl 220 km/u indruk maakt, ook al is het fictief.

Eén snelheidsmeter voor alle modellen = kostenbesparing

Voor sommige merken speelt ook pure efficiëntie mee. Door één universele snelheidsmeter te gebruiken in een volledige modelreeks – van instapper tot sportversie – bespaart de fabrikant op productiekosten. Het is goedkoper om dezelfde wijzerplaat in de Kia Picanto te plaatsen als in een snellere variant uit dezelfde lijn dan voor elk model een unieke meter te ontwikkelen.

"Hoge snelheden op meters zijn gevaarlijk", zeggen experts

Veiligheidsspecialisten uiten al jaren kritiek op deze praktijken. Joan Claybrook, voormalig hoofd van de Amerikaanse verkeersveiligheidsdienst NHTSA, verbood in de jaren ‘70 zelfs snelheidsmeters die boven de topsnelheid uitkwamen. “Beginnende bestuurders willen zulke snelheden uitproberen – gewoon omdat ze op de teller staan,” aldus Claybrook. Dat verbod hield echter slechts enkele jaren stand. (lees verder onder de afbeelding)

Wat zegt de Europese regelgeving?

In Europa zijn de regels iets anders:

• De snelheidsmeter moet ten minste de echte topsnelheid van de auto aangeven.
• Er is geen maximumgrens voor wat er op de teller mag staan.
• Tot 200 km/u moeten snelheden per 20 km/u worden weergegeven; boven de 200 km/u zijn stappen van 30 km/u toegestaan.

Kortom: zolang de werkelijke maximumsnelheid wordt aangegeven, mag de rest marketing zijn.

Fabrikanten grijpen zelf in: max 180 km/u

Sommige merken nemen inmiddels eigen initiatief. Zo kondigde Volvo in 2020 aan dat alle modellen een elektronische snelheidsbegrenzer op 180 km/u krijgen – ongeacht het model. Dacia volgde in 2023 met exact dezelfde limiet. De bedoeling? Minder verkeersdoden, minder risico’s bij hogere snelheden – en een bewuste positionering als maatschappelijk verantwoord merk.

(Bron: Het Laatste Nieuws – Afbeeldingen: Freepik)