In de jaren 70 onderzochten NASA-wetenschappers Donald Kessler en Burton Cour-Palais hoe de steeds vollere ruimte rond de aarde (Low Earth Orbit, LEO) ons in de toekomst zou kunnen bedreigen. Slordig achtergelaten rakettrappen, oude satellieten en ander ruimtepuin hopen zich op. Naarmate die puinobjecten elkaar raken, kunnen botsingen een kettingreactie veroorzaken die nieuwe puinstromen genereert – en zo wordt het lanceren van satellieten steeds riskanter.
Eén lancering = uitstoot van honderden auto’s
Space-verkenning is ontzettend belangrijk om meer te begrijpen over onze planeet en het universum. Maar één ding is duidelijk: het is helemaal niet milieuvriendelijk. Raketlanceringen gebruiken grote hoeveelheden brandstof en laten een enorme CO₂-voetafdruk achter.
Zo kan één Falcon 9-lancering evenveel uitstoot geven als honderden auto’s per jaar. Daarbij komt dat ruimtevaart puin veroorzaakt dat in een baan om de aarde blijft zweven – wat een langdurige bedreiging vormt voor onze toegang tot de ruimte. Dit verschijnsel staat bekend als het Kessler-syndroom.
‘Magische’ oplossing
Maar ondanks dat dit probleem groot is, is er een mogelijk magische oplossing in zicht: herbruikbare raketten. Sinds juni van dit jaar werkt het Franse ruimtevaartbedrijf ArianeGroup aan een prototype van ’s werelds eerste herbruikbare raket bij het Esrange Space Center in Zweden. Ze voeren gecombineerde tests uit, waaronder een ‘hop test’ (lage hoogte met opstijgen en landen), als onderdeel van het Europese EU-programma SALTO.
Hoewel deze raketten nog steeds veel brandstof gebruiken en dus hun ecologische impact niet volledig vermijden, zouden ze wel aanzienlijk kunnen helpen het risico van het Kessler-syndroom te verminderen.
(Bron: LADBible - Intropic: Unsplash)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties