Meer dan 12.000 inzittenden verloren het leven in het verkeer in 2012

Het aantal inzittenden (automobilisten of passagiers) die stierven in het verkeer in Europa is over een periode van tien jaar met 55 procent gedaald. In 2012 stierven 12.345 inzittenden tegenover 27.001 in 2001.
België hoort zeker niet tot de beste leerlingen van de klas. Dat blijkt uit de cijfers van het European Transport Safety Council (ETSC) die ze dinsdag heeft bekendgemaakt. Het merendeel van de slachtoffers is mannelijk (56 procent) en tussen de 20 en 25 jaar oud. Er stierven ook 169 kinderen (0-14 jaar) in het verkeer. De vele maatregelen gericht op de inzittenden werpen echter hun vruchten af, zoals blijkt de halvering van het aantal slachtoffers. Maar er is nog veel ruimte voor verbetering op het vlak van snelheidsbeperking, rijden onder invloed, het dragen van de veiligheidsgordel en de veiligheid van de kinderen.

Drinken onder invloed is in een kwart van de gevallen de oorzaak van het ongeval met dodelijk afloop. Daarom wil de ETSC dat de lidstaten nog meer inzetten op nultolerantie. Ook moeten er nog meer alcoholcontroles komen, want 59 procent van de Europeanen gaf aan geen controles te hebben ondergaan in drie jaar tijd. Ten slotte moet het systeem van het alcoholslot worden verplicht bij recidieven en bij wie een eerste keer een zware overtreding begaat.

In België daalde het aantal slachtoffers per jaar minder snel dan het Europees gemiddelde (6,5 procent en 7,4 procent). Bovendien blijkt dat 50 procent van de Belgen zich niet aan de snelheidslimiet houdt op de landelijke wegen. ETCS adviseert daarom om de gemiddelde snelheid met 1 km/uur te verlagen, wat 1.300 levens per jaar kan redden.