De kloof tussen rijk en arm blijft in België opvallend groot. Volgens nieuw onderzoek van econoom Arthur Apostel (UGent), gebaseerd op erfbelastingsgegevens, is de vermogensongelijkheid in de 21e eeuw nauwelijks veranderd. Wat vooral in het oog springt: de rijkste 1 procent van de Belgische bevolking bezit net zoveel als de armste 75 procent samen.
Een historisch perspectief op ongelijkheid
Tijdens de 20e eeuw was er sprake van een duidelijke daling in de vermogensongelijkheid. Zo bezat de rijkste 1% in de jaren 1930 nog meer dan 40% van het totale vermogen. Tegen de jaren 1990 was dat gedaald tot ongeveer 20%. Maar die trend lijkt tot stilstand gekomen. Volgens Apostel bleef de verdeling in de 21e eeuw relatief stabiel. In 2022 bezat de top 10% van de Belgen 56% van het nettovermogen — dat is het vermogen na aftrek van schulden. De top 1% was goed voor 22% van het totale vermogen, wat gelijkstaat aan wat de armste 75% van de volwassen bevolking samen bezit.
Wat is vermogensongelijkheid precies?
Vermogensongelijkheid verwijst naar de ongelijke verdeling van bezittingen zoals spaargeld, onroerend goed, aandelen en andere activa onder individuen of huishoudens. In tegenstelling tot inkomensongelijkheid, die focust op wat mensen verdienen, kijkt vermogensongelijkheid naar wat ze bezitten — en dat zegt vaak veel over de structurele rijkdomsverhoudingen in een land.
De studie brengt ook regionale verschillen aan het licht. In Vlaanderen ligt de vermogensongelijkheid ongeveer op het Belgische gemiddelde. In Brussel is de kloof tussen rijk en arm groter, terwijl Wallonië een iets gelijkere verdeling kent. Dat verschil wordt deels verklaard door demografische, economische en historische factoren, zoals het aandeel van hoogverdieners en eigenaarschap van vastgoed.
Mannen bezitten meer dan vrouwen
Een ander opvallend gegeven uit het onderzoek is het verschil in vermogen tussen mannen en vrouwen. Gemiddeld hebben mannen een hoger nettovermogen, vooral in de oudere leeftijdscategorieën. “Mannen zijn oververtegenwoordigd bij zowel de hoogste als de laagste vermogens,” aldus Apostel in Het Laatste Nieuws. Vrouwen domineren dan weer de middenklasse qua vermogen. Dat wijst op structurele ongelijkheid, maar ook op verschillen in levensloop, loopbaanonderbrekingen, pensioenrechten en eigendomssituaties. (lees verder onder de afbeelding)

Vergelijking met eerdere studies
De resultaten van Apostel wijken af van cijfers die de Nationale Bank eerder publiceerde. Volgens die data was er tussen 2011 en 2023 sprake van een lichte daling in vermogensongelijkheid: het aandeel van de 10% rijkste gezinnen zou zijn gedaald van 59% naar 55%. Waarom die verschillen? Dat ligt aan de gebruikte bronnen en definities. De Nationale Bank baseerde zich op gezinsvermogens, terwijl Apostel keek naar individuele belastingaangiften van erfbelasting — wat een ander beeld oplevert. De stabiliteit van de vermogensongelijkheid suggereert dat beleid in België tot nu toe weinig effect heeft gehad op de verdeling van rijkdom. Ondanks progressieve belastingen en sociale vangnetten, slagen we er niet in om de concentratie van vermogen bij een kleine groep fundamenteel te doorbreken.
Wat zijn de gevolgen van vermogensongelijkheid?
Vermogensongelijkheid heeft impact op tal van maatschappelijke domeinen. Wie veel bezit, heeft makkelijker toegang tot betere huisvesting, onderwijs en investeringen. Voor wie weinig heeft, is het moeilijker om financiële tegenslagen op te vangen of kapitaal op te bouwen. Bovendien kan een grote kloof tussen rijk en arm leiden tot sociaal onbehagen, polarisatie en wantrouwen in instellingen. De cijfers voeden het debat over vermogensbelastingen, hervormingen in de erfbelasting en maatregelen om ongelijkheid bij de bron aan te pakken. Economen pleiten al langer voor een herziening van het belastingstelsel zodat vermogen meer belast wordt, in plaats van enkel arbeid en consumptie.
Conclusie
Hoewel België vaak geprezen wordt om zijn sociale zekerheid, is de vermogensongelijkheid er nog steeds significant. De 1% rijkste Belgen bezit evenveel als drie kwart van de bevolking samen — een verhouding die nauwelijks verandert. Het onderzoek van Apostel toont aan dat de uitdaging structureel is en vraagt om doordacht beleid en maatschappelijke keuzes.
(Bron: HLN - Afbeeldingen: Unsplash)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties