Vanaf 2026 gaan sommige bedrijfswagens voor werknemers duurder uitpakken. Dat betekent dat werknemers die een bedrijfswagen rijden voor privégebruik of woon-werkverkeer netto minder overhouden van hun loon, zo blijkt uit een recente analyse van hr-dienstverlener Acerta.
Waarom stijgen de kosten?
De belasting op een bedrijfswagen bij de werknemer is afhankelijk van een zogenaamd voordeel van alle aard (VAA). Dit voordeel wordt berekend op basis van de cataloguswaarde én — belangrijker nog — de CO₂-uitstoot van de wagen.
Voor 2026 heeft de overheid de referentie-CO₂-uitstoot voor fossiel aangedreven bedrijfswagens verlaagd. Omdat de referentie lager ligt, wordt het voordeel van alle aard hoger berekend als iemand een benzine-, diesel-, LPG- of aardgaswagen gebruikt. Daardoor stijgt de belastingdruk voor die werknemers automatisch. In de praktijk betekent dit dat de gebruiker van zo’n bedrijfswagen maandelijks een kleiner nettoloon overhoudt, simpelweg omdat de fiscus meer voordeel toerekent aan het privégebruik van de wagen.
Wat betekent dit concreet voor werknemers?
Als je een bedrijfswagen hebt op fossiele brandstof en je gebruikt die ook privé, dan zal de belasting op je voordeel van alle aard hoger zijn in 2026 dan in eerdere jaren. Dit extra belastbare voordeel kan ervoor zorgen dat je dame-of netto-inkomen iets lager uitvalt, tenzij je werkgever of jij zelf compenserende afspraken maken.
Voor medewerkers met een zuiver elektrische bedrijfswagen verandert er niets vergelijkbaars: elektrische voertuigen stoten geen CO₂ uit en worden daardoor niet geraakt door deze verhoging van het VAA-bedrag.
Breder kader: beweging richting elektrische wagens
De wijziging past in een bredere fiscale trend waarbij België stapsgewijs het fiscale voordeel koppelt aan milieuvriendelijkheid en CO₂-uitstoot. Vanaf 2026 zullen alleen zero-emission voertuigen nog alle fiscale voordelen kunnen genieten, terwijl de aftrekbaarheid van kosten voor voertuigen met verbrandingsmotoren steeds verder afgebouwd wordt.
Voor werkgevers en werknemers zal dit betekenen dat elektrische bedrijfswagens nog aantrekkelijker worden, niet alleen omwille van lagere variabele lasten, maar ook omdat ze fiscaal voordeliger zijn. Tegelijkertijd worden fossiel aangedreven bedrijfswagens — door lagere referentiewaarden en hogere voordelen van alle aard — relatief duurder voor werknemers die ze privé gebruiken.
Alternatieven en oplossingen
Omdat de fiscale regels veranderen, kijken bedrijven steeds vaker naar alternatieven zoals een mobiliteitsbudget, waarbij werknemers een vast bedrag krijgen om te besteden aan verschillende vervoersopties (fiets, openbaar vervoer, deelauto’s, elektrische wagen, etc.). Deze systemen worden vanaf 2026 zelfs verplicht aangeboden aan wie recht heeft op een bedrijfswagen, wat werknemers meer keuzevrijheid geeft.
Daarnaast kan het lonen om met je HR-afdeling te bekijken hoe jouw loonpakket structureel wordt opgebouwd en of aanpassingen mogelijk zijn om de hogere fiscale last te compenseren.
(Intropic: Unsplash)










Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties