Parket-generaal vraagt straf tegen vrederechter Borgerhout News
Parket-generaal vraagt straf tegen vrederechter Borgerhout
News

Parket-generaal vraagt straf tegen vrederechter Borgerhout

Drie vrederechters willen elk 1 euro schadevergoeding van de Borgerhoutse vrederechter Rita B. omdat die een lasterlijke aangifte tegen hen had ingediend. Het parket-generaal vervolgt B. daarvoor, omdat het meent dat B. haar collega's uit wraak wilde intimideren. Het parket-generaal wil "de toepassing van de strafwet".

B. (60) daagde niet op, liet uitstel van de zaak vragen door haar advocaat, maar kreeg geen uitstel. De zaak werd bij verstek behandeld. B., die momenteel met ziekteverlof is, wordt beschuldigd van lasterlijke aangifte tegen drie collega-vrederechters, respectievelijk van Borgloon, Kapellen en Kontich. Die drie moesten haar evalueren en B. wilde verhinderen dat ze een negatieve evaluatie kreeg.

B. was in oktober 2001 benoemd tot vrederechter van Borgerhout. Ze was al twee keer geëvalueerd. In maart 2004 was die evaluatie "zeer goed", in februari 2002 "onvoldoende". Ze moest in 2004 voor een functioneringsgesprek bij haar drie collega's verschijnen en wilde hen wraken. Vier jaar later diende ze klacht in tegen de vrederechters. Die zouden volgens haar stukken uit haar dossier vervalst hebben, stukken hebben achtergehouden, zich op de stoel van de tuchtoverheid hebben gezet en hun beroepsgeheim hebben geschonden.

Het Antwerpse parket-generaal seponeerde haar klacht en dagvaardde B. zelf voor lasterlijke aangifte. De aangifte was volgens substituut-procureur-generaal Herman Janssens lasterlijk omdat B. "als jurist moest weten dat ze haar beschuldigingen nooit zou kunnen bewijzen omdat een aantal van die beschuldigingen gewoon onjuist waren". Zo verweet B. aan haar evaluatoren dat de brief waardoor ze voor een functioneringsgesprek werd uitgenodigd, niet de feiten bevatte die haar werden verweten. Maar dat moet niet van de wet. Ook zouden twee stukken uit het dossier verdwenen zijn, die er volgens het parket-generaal nooit hadden ingezeten.

Janssens zegde dat B. handelde "uit wraak en om haar drie collega's, die haar moesten evalueren, te intimideren". Het bewijs daarvan zag het parket-generaal in het feit dat B. vier jaar lang met haar klacht had gewacht. Janssens vroeg "de toepassing van de strafwet".

B. kan zes maanden cel en 5.500 euro boete krijgen.

Uitspraak op 16 september.

JDW

0 claps
0 bezoekers

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties