Verenigd Koninkrijk, zescilinder in lijn, inhoud 3,4 liter, 160pk
In feite had Jaguar slechts 200 sportwagens van het type XK willen bouwen, maar toen de auto in 1948 op de London Motor Show werd getoond, verwekte deze roadster met zijn gestroomlijnde vormen een heuse sensatie. Om die reden werd in 1949 toch een grote serieproductie opgezet. De laatste auto van dit model liep pas in 1961 van de band, toen het E-model op de markt kwam.
De type-aanduiding ‘120’ markeert bij Jaguar de topsnelheid in miles. Dit betekent dat de ‘XK120’ 195 kilometer per uur zou kunnen halen. De automobielfabrikant werd echter zelf door de werkelijkheid overrompeld, want de in serie geproduceerde versie haalde iets meer dan 200 km/u. Die motor leverde trouwens het basisconcept voor alle zescilinders die Jaguar tot op heden bouwt. In slechts licht gewijzigde vorm werd de motor uit de XK120 ook in de latere E-type en in een aantal grote berlines toegepast.
Niet alleen de motor voldeed aan hoge maatstaven, ook aan de rest van de wagen werden hoge eisen gesteld en dan vooral op het gebied van betrouwbaarheid en kwaliteit. Jaguar ontwierp een oersterk chassis en paste vooraan onafhankelijke wielvering met torsiestaven, en achteraan half-elliptische veren met een starre achteras toe. De hydraulische trommelremmen veroorzaakten echter enige problemen. Pas toen de in autoraces beproefde schijfrem ter beschikking kwam, kon dit manco van de XK120 worden verholpen. Het interieur van de oorspronkelijk open roadster was dan weer erg sober.
De auto werd vanaf 1951 ook aangeboden als coupé, en in 1953 als een goed uitgeruste cabriolet. Vooral in coupévorm was deze Jag een gewilde auto voor sportwagenraces, waarin hij ook talloze overwinningen behaalde. (SL)
Klik hier voor een volledig overzicht van deze reeks.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties