Werknemers in Vlaanderen mogen zich verheugen: deze positieve loontrend tekent zich af

De lonen in Vlaanderen zijn het afgelopen jaar opnieuw gestegen. Volgens een analyse op basis van meer dan 400.000 werknemersgegevens verdienen voltijdse medewerkers in de privésector nu gemiddeld een brutoloon van 3.508 euro per maand. De stijging bedraagt gemiddeld 3,7% ten opzichte van vorig jaar. Deze loonevolutie verloopt echter niet overal even snel. In sommige provincies zijn de lonen sterker gestegen dan in andere, en er zijn ook verschillen tussen arbeiders en bedienden.

Waarom wordt het mediaanloon gebruikt?

Bij het rapporteren over lonen wordt vaak het mediaanloon gebruikt in plaats van het gemiddelde loon. Dat is een bewuste keuze, omdat het mediaanloon een eerlijker beeld geeft van wat een doorsnee werknemer verdient. Waar een gemiddeld loon snel beïnvloed wordt door uitzonderlijk hoge of lage lonen, verdeelt het mediaanloon alle lonen in twee gelijke groepen: de helft verdient meer, de andere helft minder. Zo krijg je een realistischer weergave van de loonverdeling in Vlaanderen.

Vlaams-Brabant aan de top

Niet geheel onverwacht is Vlaams-Brabant opnieuw de provincie met het hoogste mediaanloon. Voltijdse werknemers verdienen er gemiddeld 3.574 euro bruto per maand. Dat komt mogelijk door de nabijheid van Brussel en het grote aantal jobs in kennisintensieve sectoren zoals technologie, consultancy en farma. Ook de werkgelegenheid in grote, internationale bedrijven drijft het loonniveau in deze regio op.

Antwerpen noteerde dan weer grootste loonstijging van het afgelopen jaar, met een toename van maar liefst 4,5%. Daarmee komt het mediaanloon op 3.559 euro bruto. Dat is een inhaalbeweging ten opzichte van andere regio’s, waar de loongroei iets trager verliep. Deze groei is deels te verklaren door de sterke aanwezigheid van industrie, logistiek en havengebonden activiteiten, waar lonen afgelopen jaar extra zijn toegenomen.

Limburg en West-Vlaanderen: stevige groei

Limburg, jarenlang de provincie met het laagste doorsneeloon, heeft zich opgewerkt en staat nu op 3.430 euro bruto. Daarmee laat het zelfs West-Vlaanderen achter zich, dat nu de hekkensluiter is met een mediaanloon van 3.393 euro. Toch is ook in West-Vlaanderen een stevige groei merkbaar, en die trend lijkt zich de komende jaren voort te zetten dankzij toenemende investeringen in technologie en maakindustrie. (lees verder onder de afbeelding)

Regionale loonverschillen in cijfers

Een overzicht van de mediaanlonen per provincie:

• Brussel: 3.970 euro
• Vlaams-Brabant: 3.574 euro
• Antwerpen: 3.559 euro
• Oost-Vlaanderen: 3.486 euro
• Limburg: 3.430 euro
• West-Vlaanderen: 3.393 euro

Brussel blijft wel de uitschieter, maar wordt in deze analyse apart bekeken wegens zijn specifieke arbeidsmarktstructuur.

Arbeiders vs. bedienden: wie ging er meer op vooruit?

Hoewel bedienden gemiddeld hogere lonen krijgen dan arbeiders, zijn het net de arbeiders die het afgelopen jaar procentueel de grootste stijging zagen. Hun lonen stegen met gemiddeld 3,1%, terwijl de bedienden er gemiddeld 2,5% op vooruitgingen. Deze trend wijst op een inhaalbeweging en betere loonafspraken in sectoren waar vooral met handen gewerkt wordt, zoals de bouw, logistiek en productie.

Sector, functie en bedrijfsgrootte spelen mee

Naast provincie en statuut zijn ook sector, jobinhoud en bedrijfsomvang bepalend voor het loon. Werknemers in technologie, finance en farmaceutica verdienen doorgaans meer dan collega’s in retail of horeca. Ook grotere bedrijven bieden vaak hogere salarissen dan kleinere kmo’s, deels door hun budgetten, maar ook door extra voordelen zoals bonussen of extralegale voordelen.

Wat zeggen deze cijfers over de toekomst?

Het feit dat het mediaanloon in Vlaanderen nu boven de 3.500 euro bruto ligt, toont dat de algemene trend positief blijft. Ondanks economische onzekerheden blijven de lonen stijgen, en de kloof tussen regio’s lijkt kleiner te worden. De loonstijgingen betekenen wel ook dat de kosten voor werkgevers stijgen — een uitdaging in tijden van inflatie en internationale concurrentie. Maar voor werknemers is het alvast goed nieuws: de koopkracht lijkt, tenminste op papier, weer iets te stijgen.

(Bron: SD Work – Afbeeldingen: Unsplash)