Veelgemaakte fouten waardoor slijtage aan je auto veel sneller optreedt

Tijdens autorijlessen leren we vooral hoe we schadevrij door het verkeer komen, maar nauwelijks hoe we slijtage aan onze auto kunnen voorkomen. Door slechte gewoontes af te leren, kan je auto langer meegaan. Hierna een aantal dingen die je beter niet doet:

1. Voet op de koppeling, hand op de pook

Hoewel tijdens rijlessen vaak gezegd wordt dat je je voet van de koppeling moet halen tijdens het rijden, vergeten veel mensen deze regel. Dit leidt tot extra slijtage van de koppeling. Ook het permanent laten rusten van je hand op de versnellingspook is verleidelijk. Het is niet alleen gevaarlijk om met één hand te sturen, maar kan volgens experts van ADAC, de Duitse wegenwacht, ook leiden tot overmatige slijtage van de versnellingsbak door de druk van je hand op het schakelmechanisme.

2. Wachten in de eerste versnelling bij het verkeerslicht

Veel mensen wachten voor het verkeerslicht in de eerste versnelling om sneller weg te kunnen rijden. Dit is echter slecht voor de koppeling. Door de constante druk slijt het druklager sneller, wat kan leiden tot een noodzakelijke vervanging van de hele koppeling. Moderne auto's hebben nu vaak een brandstofbesparend start-stopsysteem, dat alleen werkt als de auto in neutraal staat.

Het half laten opkomen van de koppeling om achteruit rollen bij een verkeerslicht te voorkomen, is bijzonder schadelijk. Om slijtage te verminderen, moet je het koppelingspedaal altijd volledig intrappen bij het schakelen.

3. Voet op de rem bij afdalen

Veel Vlamingen remmen uitsluitend met het rempedaal. Dit werkt prima op vlakke wegen, maar in de bergen kan de remschijf bij lange afdalingen oververhitten, met mogelijk uitval als gevolg. Dit zorgt ook voor snelle slijtage van de remblokken en -schijven. Gebruik daarom de remwerking van de motor door terug te schakelen en kort bij te remmen indien nodig.

4. Te snel schakelen van vooruit naar achteruit

Het maken van een krakend geluid bij het te snel inschakelen van de achteruitversnelling kan de tandwielen beschadigen. Wacht altijd tot de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat je hem in de achteruit zet.

(lees verder onder de afbeelding)

5. Motor starten in versnelling en met ingetrapte koppeling

Start de auto niet in versnelling en met ingetrapte koppeling, omdat dit de startmotor extra belast. Op de lange termijn kan dit veel uitmaken in slijtage.

6. Sturen terwijl de auto stilstaat

Het rechtzetten van de wielen terwijl de auto stilstaat, bijvoorbeeld in een parkeervak, belast het stuurhuis en de stuurstangen aanzienlijk, wat zorgt voor snellere slijtage. Probeer tijdens het sturen iets naar voren of achteren te rijden om de stuurinrichting te ontlasten.

7. Rijden met de verkeerde bandenspanning

Te lage bandenspanning verhoogt niet alleen het brandstofverbruik, maar vermindert ook de wegligging en kan leiden tot gevaarlijke situaties. Bij een bandenspanning die 0,2 bar te laag is, stijgt het brandstofverbruik met 1 procent en daalt de levensduur met 10 procent. Controleer regelmatig de bandenspanning, die je vindt op stickers bij de deur aan de bestuurderszijde of in de tankvulklep.

8. Over de stoeprand en gaten in de weg rijden

Hoge stoepranden en gaten in de weg kunnen blijvende schade aan je banden veroorzaken, vooral bij achteruit inparkeren. Rijd indien mogelijk recht over de stoep en met zo laag mogelijke snelheid om schade te voorkomen.

(Bron: hln.be – Afbeeldingen: Unsplash)